Meestal heeft een stichting maar een orgaan: het bestuur. Die heeft de leiding, is de vertegenwoordiger en benoemt met eigen middelen de voorzitter, penningmeester en secretaris. Zonder toezichthoudend orgaan is het bestuur van een stichting geen verantwoording schuldig aan anderen. In enkele gevallen kan de rechtbank of het openbaar ministerie deze controlerende functie uitoefenen. De rechtbank kan soms zelfs de bestuurders ontslaan, maar dit gebeurd alleen in bijzondere gevallen.